Over
Handboogsport

Opperste concentratie is vereist. De pijl is strak gespannen op je boog. Je trekt de pijl met drie vingers naar achteren, brengt de boog omhoog en richt op je doel. Heb je het geel – het midden van het doel – in je vizier, dan laat je los, hopend op een voltreffer. Heb jij je altijd al willen voelen zoals Robin Hood? Dan is handboogschieten echt iets voor jou.

Precisie en details

Handboogschieten is een sport van precisie en details. Het vraagt concentratievermogen, lichaamsbeheersing en conditie. Het is belangrijk dat je bij het schieten stevig op de grond en dwars op de pijlrichting staat. Als rechts je dominante oog is, houd je de boog meestal vast met links, en andersom. Met je rechterhand trek je dan de pees van de boog naar achteren.

Koninklijke sport

De handboog werd al in het stenen tijdperk gebruikt, toen nog voor heel andere doeleinden dan een sportieve wedstrijd, namelijk om mee te jagen. De oudste handboog die ooit gevonden is stamt uit 8.000 voor Christus. Pas veel later ontstonden de eerste schutterijen. Onder andere koning Willem III was een liefhebber van handboogschieten. Hij organiseerde in 1849 een tweedaagse wedstrijd op Paleis het Loo. Al aan het begin van de twintigste eeuw stond handboogschieten op het programma van de Olympische Spelen. In 2000 won Wietse van Alten als eerste Nederlander een bronzen medaille in Sydney. Zowel bij de Spelen in 2012 als 2016 eindigde Nederland op een vierde plaats met respectievelijk Rick van der Ven en Sjef van den Berg. In Rio 2016 werd het Nederlandse team (Sjef van den Berg, Rick van der Ven en Mitch Dielemans) zevende in de einduitslag.

Zilver op Olympische Spelen Tokyo 2021

Bij de Olympische Spelen in Tokyo 2020, die werden georganiseerd in 2021, zorgde het mixed duo Gabriela Schloesser / Steve Wijler voor een sensationele zilveren medaille. Na achtereenvolgens Italië, Frankrijk en Turkije te hebben verslagen, werd in de finale nipt verloren van Zuid-Korea. De zilveren medaille was de eerste Nederlandse medaille op de Spelen in Tokyo en leidde tot een handbooggekte in Nederland.

Leren handboogschieten

Het ziet er indrukwekkend uit, dat schieten met pijl en boog, maar in een paar lessen kun je al aardig met een handboog om leren gaan. Om het goed te leren moet je regelmatig trainen en aan wedstrijden meedoen. Verenigingen bieden vaak introductiecursussen, beginnerscursussen en cursussen voor gevorderden aan. Klik hier om een vereniging in de buurt te vinden.

Doelgericht

Het doel waar je je pijlen op richt wordt ook wel het blazoen genoemd, die op afstanden van 5 tot wel 90 meter kan staan. Het lijkt een beetje op een dartbord, met als belangrijk verschil dat je in het handboogschieten de punten bij elkaar optelt. De cirkel in het midden is geel en is de meeste punten waard: tien als je pijl precies in het midden terechtkomt en negen als hij aan de rand van de cirkel belandt. Daarna zijn de kleuren van binnen naar buiten rood, blauw, zwart en wit. In een indoorwedstrijd schiet je meestal dertig pijlen, waardoor je als je heel goed bent een maximale score van 300 punten kunt behalen.

Bogen

De twee bekendste vormen van handboogschieten als wedstrijdsport zijn recurve en compound. De recurveboog is de enige boog die op de Olympische Spelen wordt gebruikt. Het is een sierlijke boog en veel handboogsporters gebruiken ‘m. De compoundboog wordt ook wel de katrolboog genoemd. Deze heeft boven en onder wielen waar de pees overheen loopt. De compoundboog is daardoor krachtiger en nauwkeuriger. Bij de compoundboog heb je de pees vast met een losmechanisme, de release, en niet met je vingers.